Inleiding

Als u niet wil trouwen of een geregistreerd partnerschap aan wil gaan, dan kunt u uw relatie juridisch vormgeven met een samenlevingscontract. De meest verstandige optie is om dit te doen via de notaris. Het kost wat geld, maar een samenlevingscontract van de notaris kan meer dan de moeite waard zijn. Daar komt nog bij dat het bestaan van een notarieel samenlevingscontract als voorwaarde gesteld kan worden voor de toepassing van allerlei regelingen.

Zo is een samenlevingscontract (vaak) verplicht voor:

  • fiscaal partnerschap
  • het partnerpensioen
  • toepassing van de grote vrijstelling in de erfbelasting

Regelingen in een samenlevingscontract

In een samenlevingscontract leggen ongehuwde partners hun onderlinge afspraken vast ten aanzien van kosten, eigendom en verbreking van de samenleving.

Pensioen regelt u met een samenlevingscontract

Deelnemers aan een pensioenregeling bouwen ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen op. De meeste pensioenfondsen kennen voor ongehuwde samenwoners een partnerpensioen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen, die van fonds tot fonds verschillen. Een notarieel samenlevingscontract is doorgaans verplicht. Bij het uit elkaar gaan is er geen recht op elkaars ouderdomspensioen, zoals dat in de wet voor gehuwden geregeld is.

Houdt er rekening mee dat indien u uw partner wilt aanwijzen tot gerechtigde u zelf, met het samenlevingscontract in de hand, naar de pensioenmaatschappij zult moeten stappen. Hetzelfde geldt uiteraard voor het ongedaan maken hiervan.

Samen bijdragen aan de kosten van de huishouding

Wanneer u gaat samenwonen, geeft u dat in beginsel geen recht op het inkomen of het vermogen van uw partner. In een samenlevingscontract kunt u dit wel onderling afspreken immers runt u samen een huishouding waarvan u beiden gebruik maakt. Daarom kunt u u tegenover elkaar verplichten dat u bijdraagt in de kosten van levensonderhoud naar evenredigheid van het netto-inkomen.

Wat u zoal onder de kosten van de huishouding verstaat kunt u in het samenlevingscontract vastleggen. Hypotheekrente of huur vallen daar zeker onder, maar bijvoorbeeld ook autokosten, onroerend-zaakbelasting, kinderopvang, premies van verzekeringen, gas, water, licht, eten en drinken.

Bank- of girorekeningen

Het is praktisch om samen een bank- of girorekening te nemen, waarvan de kosten betaald worden. Het tegoed op de rekening komt niet 50/50 aan u en uw partner toe, maar aan degene die het bedrag op de rekening gestort heeft. Ter voorkoming van geschillen is het verstandig om de rekening te vullen in dezelfde verhouding als die waarin u u (in het samenlevingscontract) hebt verplicht om bij te dragen in de kosten.

Positie van de ondernemer en de niet-ondernemer

Bij samenwoners ontstaat nooit een gemeenschap van goederen. Uw partner is dus automatisch beschermd tegen uw schuldeisers. Goederen op naam van uw partner kunnen niet, anders dan bij gehuwden, in het faillissement worden getrokken.

Wel kunnen bepaalde goederen gezamenlijk eigendom zijn, zoals uw woning en inboedel. Bij faillissement van de ondernemer zal dan diens helft van deze woning in het faillissement vallen. Alternatief kan zijn de woning op naam van de niet-ondernemer te zetten en via het samenlevingscontract te regelen dat u beiden deelt in de voordelige (of nadelige) gevolgen van waardeverandering.

Voorts kan in geval van faillissement bodembeslag worden gelegd op alle inboedelgoederen aanwezig op het adres van de ondernemer. Ook hier kan een goede regeling in het samenlevingscontract bescherming bieden.

Ruim twee derde van de samenwonende partners, die meewerken in het bedrijf van de andere partner, krijgt daar niet of nauwelijks voor betaald. Eén op de vijf samenwonende partners werkt mee in het bedrijf van de ander. Bij het einde van de relatie staat deze partner vaak zonder baan én zonder salaris en opgebouwd pensioen op straat. Ook hiervoor kunnen regelingen worden getroffen.

Met een samenlevingscontract erft u niet "echt" van elkaar!

Met alleen een samenlevingscontract komen alleen de goederen die op beider namen staan toe aan de ander (indien u in uw samenlevingscontract een zgn. "verblijvingsbeding" heeft laten opnemen). De rest (dus de privézaken) niet. Die komen namelijk toe aan uw wettige erfgenamen. In de eerste plaats zijn dat uw kinderen of bij het ontbreken daarvan zussen, broers en ouders.

Om ook uw eigen goederen te laten vererven aan uw partner heeft u een testament nodig.

Gerelateerde kennispagina's:

Opstellen van uw testament

Gerelateerde nieuwsberichten:

-

© Notaris Wiechers | Enschede - dé notaris voor ondernemers